Zacht als penseelstreken
Spiedend, een oog samengeknepen
Ze kan ijzer met handen breken
Als het heet is, tot druppels gegleden
Uit steen gehouwen
Armen soepel als scheepstouwen
water vasthoudend, golvend zwellen
stiftlijnen omhelzen aquarellen
op haar van water vallen
met haar als watervallen
grijsblauw op t landschap in zijn palm
spat op, ze zal ‘m
neerslaan de druppels
Botticelli draagt t juk
benend stevig door stoppels
op haar heuvel, stuk
haar silhouet tekent de horizon
in houtskool, koel als de bron
confronterend perfect diepe poelen
waarin sterren manen tot koelen
belichaming van perfectie
de schilder kunstelt figuurlijk
t is zij die perfect ziet
objectief natuurlijk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten