Berg me op: hoog en droog
het aardse ontstegen
Koel, puur helder
door de bomen t bos te zien
Alles begint, niks wordt afgekapt
Door de tijd onaangetast
de bron van hemelwater
Warm omarmd
schouder aan schouder geketend
Omsloten door hermelijnen mantels
Op ruggen die zich armlengtes strekken tot komvormige handen
Gletsjers worden pas tranen als t niet meer is
In stroomversnelling omlaag snelt
Alles voor de zon smelt en als mineraalwater geflest wordt
Meer van alles
alles van mij
Mijn wordt gedregd
In flessen op karretjes gelegd
elke druppel een wagon
het spoor bijster, aanleggend
in het diepe spoorzoekend
onder zon en ster
tranen komen van ver
Meer van alles
alles van mij
voor jou
in mijn armen
stroom ik over
loop uit je handen door je vingers
zout naar de zee dragen
Wassend water wat alles wist
de zee strandt altijd
als zilte golven kapotslaand op kastelen
waar zandlopers alle deuren openen
Zeeën van tijd
Alles slijt
Stuur ansichtkaarten van vergezichten als flessenpost om geluk te
bewaren